Bach bewerkte regelmatig muziek van andere componisten (o.a. Vivaldi) en eigen muziek voor zijn lievelingsinstrument: het orgel! Het Trio in G (band IX) was blijkbaar zo’n ‘hit’ dat Bach het stuk voor verschillende bezettingen arrangeerde: oorspronkelijk was dit trio het slotdeel “presto” uit Trio Sonata in G, BWV1039 (voor 2 fluiten en basso continuo). Bach werkte deze sonate vervolgens om tot de Sonata in G, BWV 1027 (voor Viola da Gamba en basso continuo). Hier heet het slotdeel “Allegro moderato”. Uiteindelijk bewerkte hij het stuk ook voor orgel-solo, waarbij dus één speler alle drie de afzonderlijke partijen voor zijn rekening neemt. Op ons Verschueren-orgel komt dit werk met zijn aanstekelijke thema mooi en helder tot klinken.